Matthé Bruijns (63) is veertig jaar pastoraal werker en van jongs af aan gefascineerd door het rooms-katholieke geloof. Na zijn eerste communie wordt hij met een vriendje misdienaar en koster, ze assisteren bij uitvaarten en huwelijken. Dit wordt zijn leven, zoveel is hem duidelijk.
Op zijn zeventiende gaat hij theologie studeren in Amsterdam. Als Bruijns zes jaar later klaar is, vindt hij zich nog te jong om definitief te kiezen voor het priesterschap en derhalve voor een celibatair leven. Die keuze maakt hij liever later, rond zijn dertigste. “En toen kwam ik Gerda tegen”, zegt Bruijns over zijn latere echtgenote. Ze krijgen drie dochters en een zoon.
De kerk biedt destijds voor het eerst vrouwen en getrouwde mannen de kans als pastoraal werker aan de slag te gaan. Het verschil met een priester is dat hij niet gewijd wordt en dus bepaalde sacramenten niet mag uitreiken en geen eucharistieviering mag leiden. Bruijns is wel bevoegd om te dopen en begrafenissen te doen.
Bruijns ervaart het gezinsleven als een voordeel in zijn beroep. Van parochianen krijgt hij vaak het compliment dat het zijn verhalen en preken kleurt, dat hij zich beter kan verplaatsen in de mannen en vrouwen die voor hem in de kerkbanken zitten. Toen zijn kinderen nog thuis woonden, voorkwamen zij nogal eens dat hij verdronk in zijn religieuze arbeid. “Pap, nou is het een keer mooi geweest. Nu gaan we een spelletje doen.”
Noordhollands Dagblad [premium+]:
Matthé Bruijns (09.09.2024 – St. Petrusparochie, Krommenie)
Laatste kerkdienst (30.09.2018 – Martelaren van Gorcum, Koog aan de Zaan)
Openluchtdienst (13.09.2015 – Saendelft, Assendelft)